Windenergie

Vrijdagmiddag, drukke week achter de rug, zonnetje op de ramen en meeste collega’s vieren al weekend. Gapend kijk ik naar de stapels werk op mijn bureau. Je kent het wel: last van een vrijdagmiddagdip. Even een bakje doen op de balustrade voor het kantoor. Samen met Ariejonne even verder dippen. Het haventerrein is rustig. Het nog prikkelende najaarszonnetje heeft een toeristisch stel naar Urk gelokt. Een dame en een heer, van het type brave Jacoba en brave Hendrik, komen vanaf het Achterhuis richting de etalage van ’s Heerenloo aangeslenterd. Bij gebrek aan een andere voorstelling volgen tweepaar ogen hun wandeling. Recht voor ons gebeurt het: “Vrr..prrrr..drrr.vllllllvvt..prt”. De mannelijke wandelaar in pak en stropdas laat hem waaien zonder ook maar een stap anders te zetten. Het was er één waar je aardig wat goede bonesoep voor moet hebben genuttigd. Een topper waar je er maar één van in een jaar geeft.

“Een man in pak”, zegt Ariejonne, terwijl ze mij met grote ogen aankijkt. Daarna: “wegwezen” en ze duikt weg achter het hek van de balustrade. Met de klem in mijn kaken volg ik het voorbeeld om het brave stel niet in verlegenheid te brengen. Hopeloze missie, want nog geen seconde later gieren we het uit van het lachen. Echt onbedaarlijk gieren. Dit jaar heb ik nog niet zo hard gelachen. Nu viel er dit jaar ook nog niet veel te lachen, maar juist dan kan lachen je heel goed doen. De dip was in één keer over. Een klein beetje windenergie was daar goed voor, of moet ik zeggen biogas? Daarna had ik nog regelmatig last van een wederkerend lachsalvo, maar dat is een veel fijner gevoel dan een dip.
Dit bericht is geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink. Trackbacks zijn gesloten, maar u kunt een reactie achterlaten.

Één Reactie