Wel een uur kon ik er naar kijken. Het schilderij met op de achtergrond het eiland Urk, daarvoor rijen masten van de bottervloot en de havendam die in een fraaie bocht op mij afkwam. Langs de dam de zwarte palen waartegen de golven spetterend uiteenvielen. Als je er naar keek voelde je de spanning van onze voorouders die met harde wind op weg waren naar de veilige haven. Ben vergeten waar en bij wie, maar het schilderij is met onuitwisbare inkt in mijn geheugen gegrift.
Het plankier, de houten palen langs de dam met daarachter een loopplank, was een voorziening zoals vroeger elke zeehaven had. Een voorziening van levensbelang. Het voorkwam dat je met je zeilschip op de stenen liep. Bij tegenwind kon het schip dankzij het plankier de haven ingetrokken worden. Als je bij storm en wantij de haven inliep en de splinters van het plankier in je handen had, dan was je thuis, dan was je veilig.
Het plankier van de Urkerhaven was er één van een ongekende schoonheid. Niet voor niets zien we de haveningang met het eiland op de achtergrond zo vaak afgebeeld. Vastgelegd door menig tekenaar, schilder en fotograaf. De smalle ingang, de dammen die in een fraaie bocht de schepen geleidden naar de havenkom. Vooral die bocht, die ronding, een parel van de toenmalige architectuur.…..
Cultuurhistorisch is het dan ook te betreuren dat de vroegere haveningang met plankier bij de inpoldering is verdwenen. Inmiddels al zo lang geleden dat we niet eens het Urker woord voor het plankier kennen. Aan het eerste stuk (vanaf de westhaven richting IJsselmeer) van de huidige westelijke dam is het begin van de ronding nog te zien. Als je die doortrekt in een steeds scherpere bocht, heb je de contour van de oude dam te pakken. Tevens krijg je dan een beeld waar de oude haveningang moet hebben gelegen. Historisch een gemiste kans want de haven had nog prima kunnen functioneren met de historische dammen die nu in de werkhaven, even voorbij het Achterhuis zouden hebben uitgemond.
Nu is er een plan met de naam ‘Historisch Plankier’. De bouwvergunning is er inmiddels voor verleend. Vol verwachting heb ik het bouwplan ingezien. Het is een steiger langs de huidige westelijke havendam. Een lange rechte steiger, twee meter breed. Toegankelijk voor rolstoelen. Geschikt voor riviercruises die kunnen aanleggen zonder ingewikkelde manoeuvres. Met of zonder scootmobiel kunnen de passagiers het dorp binnentrekken voor een paar uurtjes Urk. Los van de vraag of het financieel uit kan, niets mis mee. Het is echter een aanlegsteiger, niet het historisch plankier van weleer.
Misschien is de nieuwe steiger best mooi en staat het opperbest. Maar laat het wel gewoon een steiger zijn. Geen ‘look a like’, geen slap aftreksel van wat ooit de mooiste bocht van Nederland heeft omlijst. Daarmee doen we ons historisch te kort. Dan past ons beter een steiger in het teken van de vooruitgang. Op voorwaarde dat deze rendabel en functioneel kan worden ingezet in de exploitatie van de haven. Alleen dan heeft het een functie. Een functie, net zoals vroeger het plankier.