Minister Opstelten en Staatssecretaris Teeven zijn opgestapt, 10 maart 2015. Aanleiding: de kamer onjuist informeren over het bedrag dat de veroordeelde drugscrimineel H. heeft ontvangen in 2000. Een slordige 4,7 mln, belastingvrij. De beloning voor een zgn. ‘kleine’ vis met als doel een grotere vis te vangen. Een beloning door Teeven bij zijn aftreden uitgelegd als ‘deal voor volk en vaderland’. En dat is wat zgn. crimefighters als Fred Teven ons al jarenlang voorhouden: de grote vissen moeten worden gevangen, de zware criminele moeten worden gepakt. Het klinkt logisch. Heel erg logisch. Totdat je kijkt en luistert, totdat je ziet en hoort wat er om je heen gebeurt. Een gesprek met de Moedige Moeders, een praatje met Waypoint, even meelopen met Bezorgd Urk.
Het grote vissenbeleid is niet nieuw. Dat is zeker al 25 jaar wat de klok slaat. Het grote vissenbeleid heeft echter niet verhinderd dat ook drugs onderdeel is geworden van het uitgaansleven op Urk, onderdeel van het uitgaansleven in heel Nederland. Het begint net als drank ‘normaal’ te worden. Dat is gevaarlijk, levensgevaarlijk. Het opstappen van de bewindslieden Opstelten en Teven hoort niet te gaan over een bonnetje wat niet aan de Tweede Kamer is verstrekt. Het opstappen staat symbool voor het totale faillissement van het grote vissenbeleid.
Maar waarom werkt het pakken van juist de grote vissen niet? Dan worden toch de echte criminelen gepakt? Het antwoord is heel simpel. Het Openbaar Ministerie is de organisatie die boeven moet vangen. Vergelijk het met het vangen van vis. Voor een visser is het van belang dat de visstand goed blijft. Daar zorgt hij voor door juist te vissen op grote vissen en de kleinere te laten zwemmen voor later. Dus wat gebeurt er als je alleen op de grote criminelen jaagt? Juist, je laat de kleine criminelen gaan, zodat zij ook groot kunnen groeien. Het werkt net als een ecosyteem. Het grote vissenbeleid zorgt voor een welig tierende drugshandel. De drugshandel wordt zo duurzaam in stand gehouden. Je kan er zo een certificaat opplakken. Een handel die er voor zorgt dat onze kinderen bijna net zo makkelijk aan drugs komen, als wij in onze dagen aan een biertje.
Onlangs sprak ik een ex-verslaafde. Een bloem van een Urker meid, geknakt maar op de weg terug. Waar de verslaving begon? ‘Stoer zitten bij een groep jongens in de sporthal, begon met een biertje. Van het een kwam het ander. Van deze zogenaamde vrienden kreeg ik alles’. Daar ligt de wortel. Niet bij die topcrimineel in een veel te kleine zwembroek op een veel te groot jacht. De wortel is juist dichtbij, op plaatsen waarvan je denkt dat zoon en dochter veilig zijn. Laat daar het OM zich op richten. Met alle kracht. Ook de dealer op straat aanpakken. Actie ondernemen naar aanleiding van meldingen van burgers. Probleem aanpakken waar het begint. Dan kan pas destructief worden gevist, effectief het kwaad aanpakken. Dat is vissen voor volk en vaderland.