‘Geef babyvisjes een tweede kans’. Een leus van Greenpeace? Stichting Noordzee misschien? Nee. Een nieuwe milieugroep dan? Nee, ook niet. Een linkse politicus? Partij voor de Dieren? Nee ook niet. Een kok die ecologisch wil koken? Ook niet, die verslikte zich in een tilapia. Leeft de milieubeweging nog wel? Ja, want zaterdag zag ik hem nog op het journaal, die gast van Greenpeace. Met een gezicht alsof hij een fles azijn had ingeslikt. Terwijl hij juist blij had moeten zijn. Want er is toch een actiegroep opgestaan de opkomt voor een gezonde zee. Een actiegroep met een nog grotere vloot dan Greenpeace. Een groep die zaterdag 27 augustus 2016 in Rotterdam haar stem liet horen: ‘Geef babyvisje een tweede kans’.
En daar stond die zaterdag ook mr. Greenpeace. Te verdedigen dat het goed is dat babyvisjes verplicht moeten worden aangevoerd. Dat ze worden overgoten met rode verf en worden verwerkt als afval. Hoe kan dat? Want als ik dat zie, dan bloedt mijn hart. Mijn hart als mens, mijn hart als milieuadviseur. Dit druist in tegen alles wat ik heb geleerd. En het druist ook in tegen alles wat onze overheid tot voor kort in haar milieuwetten heeft vastgelegd. Ja u leest het goed: de verplichting om alle vis aan te landen, ook de babyvisjes, heeft niets met milieu te maken of het verduurzamen van de visserij.
Ik zal het uitleggen met een eenvoudig en met succes jarenlang toegepast principe in de milieuwereld: de Ladder van Lansink. Die werkt heel simpel. Je kijkt bij afval altijd in deze volgorde wat mogelijk is:
- preventie
- hergebruik
- recycling
- energie
- verbranden
- storten.
Je kijkt eerst of preventie lukt. Lukt dat niet dan kijk je naar hergebruik. Is hergebruik ook geen optie, ga je naar recycling enz. Mede met dank aan de ladder van Lansink wordt van een autowrak bijna 100% van de oorspronkelijke grondstoffen weer in nieuwe producten verwerkt.
Wat is nu de grote fout van Greenpeace? Die zijn van de ladder gevallen, want na preventie hebben ze de sport hergebruik en recycling gemist. We gaan weer terug naar de visserij en haar bijvangst. Vele preventieve maatregelen zijn er getroffen. Denk aan de maaswijdte die niet te klein mag zijn. De meeste ondermaatse vis glipt al door de mazen. Garnalenvissers gebruiken de zeeflap in hun net. Deze laat de garnalen door, maar houdt vissen tegen die daardoor ontsnappen. En dan hebben we ook nog nieuwe innovaties. Bijvoorbeeld de pulskor die minder bijvangst heeft.
Bij afval is er nooit zoveel preventie dat je geen afval meer hebt. Zo heb je in de visserij nooit zoveel preventie dat je geen bijvangst meer hebt. Zelfs met een vishengel heb je nog bijvangst. Waar moet je dan naar kijken? Stap 2: hergebruik. Je vangt een te kleine vis, je zorgt dat die blijft leven, laat hem weer zwemmen en als hij groot is vang je hem weer. Dat is hergebruik. En wat zegt Green Peace: nee, de kans van preventie is gemist, dus geen tweede kans voor de babyvis. Dit terwijl een 70% van de gevangen ondermaatse tong kans ziet om te overleven………… Eventuele innovaties om de overlevingskans te vergroten worden zo ook in de kiem gesmoord. In plaats van tweede kans, gemiste kans.
Misschien zegt u: maar 30% van die jonge tongetjes gaat nu nog wel dood. Dat klopt. Maar daarvoor hebben we stap 3 en 4: recycling en energie. Voor een deel komt de dode vis terug in het ecosysteem van de zee. Daar worden ze weer gegeten. Gegeten door vissen, krabben, kreeften, wulken en tal van klein wriemelend gedierte. Die laatste vermenigvuldigen zich snel en worden weer gegeten door levende vissen. Ook die 70% overlevende tongetjes profiteren daarvan. Dit verklaart ook waarom de visserijgronden nooit uitgeput raken. De visserij is een onderdeel van het ecosysteem. Ik noemde ook energie. Geen energie voor de mens, maar energie voor de natuur. Vogels die zich kunnen voeden met goed eiwitrijk voedsel. Greenpeace, doe je het niet voor de vissers, doe het dan voor de vogels…. Weer een gemiste kans.
Wat is er dan toch met Greenpeace en aanverwante organisaties aan de hand? Is niet het probleem dat ze kapitalistisch zijn geworden, teveel een bedrijf? Kapitalistisch met dank aan gelden van goksyndicaten als de postcodeloterij. Geld dat je dan niet van betrokken burgers hoeft te krijgen. Draagvlak heb je dan niet meer nodig, alleen een goede lobby bij de geldschieter. De geldschieter overtuig je dan met zelf bedachte problemen, zoals de visserij. En met dat zgn. probleem stenen gooien en babyvisjes met verf bekladden. De visserij, notabene een vroegere vriend van Greenpeace. In het verleden trok visserij en Greenpeace gezamenlijk op tegen het afvalverbranden op zee. Jarenlang liep ik gewoon met een Greenpeaceshirt over Urk. Een groen shirt met walrus in rubberboot. Ooit waren we vrienden. Een vriend zoals ooit Fethullah Gülen samen optrok met Recep Tayyip Erdoğan. Geld en macht doet rare dingen met mensen, ook met milieuactivisten. Dit terwijl er voor het zogenaamde visserijprobleem niet meer dan een kwartje nodig was geweest. Je hoeft die alleen maar te horen vallen. Daarvoor kun je het kwartje nog hergebruiken ook, een tweede kans.