Deze week heb ik tijdens het gemeenteraadsuitje Sea Life in Scheveningen bezocht. Een kijkje onder de zeespiegel met als dieptepunt een duikfilm. Duiken boven een wrak wat ooit een schip was. Een dame met een vriendelijke stem vertelt hoe een plaats van leven was veranderd in een macaber kerkhof. Daarmee had ze het niet over de mensen die verdronken waren bij het vergaan van het schip. Ze bedoelde de krabben die in een vissersnet aan het wrak verstrikt waren geraakt. Vissers waren er verantwoordelijk voor dat de krabben een pijnlijke dood zou worden bezorgd. Ondertussen kinderen met tranen op de wangen. Geen nood: er komen ook helden in het verhaal voor. Duikers die tot 30 meter het leven redden van de krabben. Gelukkig, het kind kan weer lachen. Maar wel voor eens en altijd geleerd: een visser deugt niet.
Een mooi staaltje van milieukunde op Bambi-niveau. Een sprookje vatten in beeld uit het echt en daarbij een zeer eenzijdig verhaal vertellen. Waren die krabben dan niet echt en zielig? Ja, ze waren echt. Zielig is een ander verhaal. De natuur is geen paradijs. De natuur is een ecosysteem. Een systeem dat in stand blijft, doordat het ene beest het andere opvreet. Leven en dood onlosmakelijk met elkaar verbonden. Of de visser nu wel of niet langs komt. Denk aan de kronkelende paling die in de maagsappen van een aalscholver levend wordt verteerd of de orca die ‘speelt’ met een zeerob. Wordt de krab met uitsterven bedreigd door netten die aan wrakken zijn blijven hangen? Geenszins. Daarom moet van een krab geen Bambi worden gemaakt. Van Sea Life had ik toch wel meer diepgang verwacht. En als ze toch in sprookjes willen doen: Sponge Bob. Daar eten ze tenminste gewoon krabburgers.